
NL / EU
Drone regels 2023
Laatste update: januari 2023
Op 31 december 2020 is de nieuwe Europese droneregelgeving ingegaan. Waar voorheen het onderscheid met name gemaakt werd tussen commercieel en niet-commercieel gebruik van drones, is de nieuwe drone wetgeving gebaseerd op het risicoprofiel van een vlucht. De nieuwe drone regels horen bij Europese maatregelen om de onbemande luchtvaart veiliger, mobieler en duurzamer te maken. Aan welke regels en verplichtingen je moet voldoen, hangt af van de soort drone en waar je ermee vliegt. Hoe meer risico’s de vlucht met zich meebrengt, hoe hoger de eisen die aan de piloot, de exploitant (eigenaar) en de drone gesteld worden. De drone regels gelden voor alle dronevluchten, behalve als je binnenshuis vliegt, of als je vliegt met een speelgoeddrone.
Bekijk onderstaande video van Bright voor een uitgebreide samenvatting van de op dit moment geldende drone regels. Onder de video kan je de drone regels nogmaals teruglezen in een uitgebreid artikel.
Verplichte registratie bij de RDW
Iedereen die wilt vliegen met een drone zwaarder dan 250 gram, of met een camera, dient zich als persoon of organisatie online te registreren bij de RDW. De piloot vraagt hiervoor een vliegbewijs aan, de exploitant (meestal de eigenaar van de drone) vraagt een exploitantnummer aan. Na de registratie ontvang je van de RDW een uniek exploitatienummer die altijd zichtbaar op de drone bevestigd moet zijn (bv. met een sticker). Het unieke exploitatienummer komt terecht in een Europese database zodat je in heel Europa kunt vliegen. Houd er wel rekening mee dat de operator registratie alleen mogelijk is in het land waar je woonachtig bent. Bekijk hieronder een informatieve video van de RDW.
De drone regels zijn gebaseerd op basis van het risicoprofiel van een vlucht. In de Europese Unie gelden 3 categorieën:
1. Open categorie (vluchten met een laag risico)
2. Specifieke categorie (vluchten met een gemiddelde risico)
3. Gecertificeerde categorie (vluchten met een hoog risico)
Voor de meeste drone vliegers zal de Open categorie (laagste risicoprofiel) van toepassing zijn. Hieronder worden de drie categorieën uitgebreid beschreven.
Open categorie
De Open categorie is de categorie waarin vluchten vallen die gekenmerkt worden door het laagste risicoprofiel. In de Open categorie gelden een aantal algemene regels. Daarnaast gelden er afhankelijk van het gewicht van de drone, een aantal bijkomende regels. Deze regels zijn verbonden aan de drie subcategorieën A1, A2 en A3.
Algemene regels
De Europese dronewetgeving versoepelt de regels voor wat betreft de maximale hoogte en afstand. Ten opzichte van het huidige ROC-Light wordt de maximale hoogte verhoogd van 50 meter naar 120 meter. Als piloot is en blijft het verplicht om de drone in het zicht te houden, echter vervalt in de nieuwe wetgeving de maximale afstand. Verder wordt van de piloot verwacht dat hij of zij op veilige afstand van mensen blijft en niet over mensenmenigte heen vliegt. Daarnaast verleent een dronepiloot altijd voorrang aan het overig luchtverkeer en mag er niet gevlogen worden in de aangegeven drone no-fly zones.
Open subcategorie A1
In deze subcategorie vallen de drones met een CE-keurmerk C0 (tot 250 gram) of C1 (tot 900 gram). In afwachting van deze CE-keurmerken is het toegestaan om tot 1 januari 2023 met huidige drones tot 500 gram te vliegen in subcategorie A1. Deze subcategorie wordt geclassificeerd als zeer laag risico, het is daarom toegestaan om over mensen (geen menigte) te vliegen.[
Open subcategorie A2
Deze subcategorie wordt geclassificeerd als de subcategorie met het hoogste risicoprofiel. Drones met een CE-keurmerk C2 (tot 4 kilogram) vallen in de subcategorie A2. Met dit type drone dien je minimaal 30 meter afstand te bewaren tot mensen tenzij je langzamer vliegt dan 3 m/s, dan mag de afstand verkort worden tot 5 meter. In deze subcategorie vallen ook de huidige drones zonder CE-keurmerk vanaf 500 gram tot 2 kilogram, je dient echter in plaats van 30 meter wel 50 meter afstand te houden tot personen.
Open subcategorie A3
Subcategorie A3 heeft dezelfde risicokwalificatie als subcategorie A1, namelijk een laag risicoprofiel. In deze subcategorie dien je wel minimaal 150 meter afstand te houden tot bebouwing, industrie en recreatiegebieden. De afstand tot mensen dient gelijk te zijn aan de vlieghoogte waarbij 30 meter de minimale afstand is. In deze subcategorie mag je vliegen met drones met CE-keurmerk C2 (tot 4 kilogram), C3/C4 (tot 25 kilogram). Ook de huidige drones zonder CE-keurmerk vanaf 2 kilogram tot 25 kilogram vallen in deze subcategorie.
Vanaf 2023 moeten alle drones die verkocht worden en waarmee je in de Open categorie wilt vliegen, een CE-label hebben. Afhankelijk van het gewicht van de drone krijgt deze een C0, C1, C2, C3 of C4 label:
– Drones die het label C0 of C1 hebben, vallen in subcategorie A1;
– Drones met het label C2, vallen in subcategorie A2 of A3;
– Drones met het label C3 en C4 vallen in subcategorie A3.
Al eerder verkochte drones kunnen niet achteraf een nieuw CE-label krijgen. Het idee van CE keurmerk is dat je bij aanschaf van een drone snel kunt zien wat je ermee mag doen en welke aanvullende eisen er aan de piloot worden gesteld.
Wil je na 1 januari 2023 nog met een drone vliegen zonder CE-label? Dan val je sowieso in subcategorie A3. Dat betekent dat je een online cursus moet doen en minimaal 150 meter afstand van mensen of gebouwen houdt. De basisregels zijn in de Europese Unie hetzelfde, maar Nederland heeft nog een aantal nationale regels waar je je aan moet houden.
Om als piloot straks te vliegen in de Open-categorie is het verplicht om het Europees erkende Dronebewijs te halen. Voor de subcategorieën A1 en A3 dien je hiervoor een (online) opleiding en theorie-examen af te leggen. Wil je in subcategorie A2 vliegen, dan komt hier een aanvullend theoriegedeelte + examen bij en dien je tevens een zelf verklaring voor wat betreft de praktijk in te dienen. Na het behalen van de opleidingen vraag je het officiële Europees erkende Dronebewijs aan bij het RDW.
Specifieke categorie
Valt het risicoprofiel van de vlucht buiten de kaders van de Open categorie dan valt de vlucht binnen de Specifieke categorie. Om te mogen vliegen in deze categorie heb je toestemming nodig van het ILT (Inspectie, Leefomgeving en Transport). Het is op drie manieren mogelijk om toestemming te krijgen:
- Het indienen van declaratie volgens een Standaard Scenario (STS)
- Het krijgen van een vergunning voor een bepaald type vlucht door het indienen van
een Specific Operations Risk Analysis (SORA) - Het behalen van een Light UAS Operator Certificate (LUC)
Deze drie opties geldt voor de operators. De piloot dient te beschikken over een theoretisch en praktijkdiploma afgegeven door een erkend opleidingsinstituut. De inhoud van de theorie is daarbij afhankelijk van de benodigde kennis volgens het Standaard Scenario.
Gecertificeerde categorie
In de Gecertificeerde categorie vallen de vluchten welke buiten de limieten van de Specifieke categorie vallen. Dit zijn vluchten met onbemande luchtvaartuigen groter dan drie meter boven mensenmenigte, of vluchten waarbij mensen of gevaarlijke goederen worden vervoerd. De eisen aan het vliegen in de Gecertificeerde categorie zijn vergelijkbaar met die van de bemande luchtvaart.